Ontwikkelingsgericht onderwijs
In de groepen 1 tot en met 8 werken we sinds 2005 steeds meer vanuit het concept van Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO). OGO is gebaseerd op de pedagogische uitgangspunten van Vygotski en uitgewerkt in een herkenbare OGO-methodiek. OGO is een onderwijsconcept-in-beweging door de dialoog tussen onderwijspraktijk en wetenschappelijk onderzoek (een leerstoel aan de VU). OGO-uitgangspunten worden ook in het vernieuwde landelijk curriculum belangrijk gevonden.
Het totale kind
Binnen OGO zijn pedagogiek en didactiek met elkaar verweven. Op de Schakel hebben we het totale kind op het oog: betrokkenheid en welbevinden, brede vaardigheden en specifieke kennis.
Thema’s
We werken met thema’s voor een betekenisvolle en natuurlijke samenhang tussen kennisgebieden. Onderzoekend spel (1-4) en rollen binnen onderzoek (5-8) staan centraal, waardoor kinderen zich in de volle breedte kunnen ontwikkelen.
Sociaal leren
De kinderen ontwikkelen zich door samen te werken binnen sociaal-culturele praktijken. Zij gaan de wereld in en we halen de wereld in de school. Op de Schakel ervaren de kinderen dat ze onderdeel zijn van een historisch bepaalde sociaal-culturele gemeenschap.
Ontwikkeling binnen de zone van naaste ontwikkeling
Kinderen willen deelnemen aan betekenisvolle activiteiten. Zij ontwikkelen zich in de zone tussen wat zij zonder hulp kunnen (actuele ontwikkelingsniveau) en wat zij met ondersteuning van een meer wetende partner kunnen (naaste ontwikkelingsniveau). Het onderwijsaanbod is bewust een ‘maatje groter’ om verder te komen.
Eigenaarschap
De kinderen leren medeverantwoordelijk te zijn voor de uitwerking van thema’s. Zij nemen eigen initiatieven en reflecteren op hun eigen leerproces.
Uitgaan van verschillen
Kinderen hebben hun persoonlijke aanleg, levenservaring en opgedane kennis. In een rijke en thematische leeromgeving kunnen alle kinderen participeren. Verschillen tussen kinderen mogen er zijn en worden juist benut.